zaterdag 17 april 2010

Halmstadkonferensen 2010 - dl 2 Tomas Larsson


Het is een mooie congresomgeving : hotel en conferentiezaal aan het strand. Als de presentaties me niet boeien kan ik heerlijk over zee uitstaren vandaag.  (dat dacht ik tot  het dichttrok en er een vulkanische stofwolk voorbij kwam- alleen wisten we toen nog niet dat dat een vulkanische stofwolk was)

Anette Eliasson, bibliotekchef Regionbibliotek Halland en verantwoordelijk voor dit congres, heet  iedereen welkom.
Göran Karlsson, voorzitter van de regio, opent de 20e editie. Is natuurlijk trots op zijn team en de mooie plaats die het congres (> 350 deelnemers uit heel Zweden, ook deelnemers uit Noorwegen en Denemarken en… Holland!) heeft verworven  in de jaren.
Hij vertelt met trots over  de vele ontwikkelingen in de regio Halland, cultuur, bibliotheekontwikkelingen zijn belangrijk: speerpunt is het ontwikkelen van ‘kultur in halland’: halland is de beste leefplaats!
Göran (zal tegen de 60 lopen, schat ik zo in) deelt onverwacht zo aan het begin van de conferentie een compliment uit aan Facebook: that’s the place to be. Facebook is een ontmoetingsplek voor mensen (laat onze koningin het maar niet horen J )

Toekomst van de folkbibliotek (openbare bibliotheek), daar gaat het deze conferentie over en daarover heeft de organisatie (Regionbibliotek Halland) een aantal sprekers voor uitgezocht en uitgenodigd.
Wat hebben zij zoal te vertellen:

Eerste spreker is Tomas Larsson, analyticus voor Kairos Future / chaospiloten
Zijn thema: hoe te navigeren in de informatie-overvloed

Tomas begint over de veranderende betekenis van het begrip tijd: tijd is niet meer de kloktijd, tijd is kwaliteit. Zeker in het nieuwe informatielandschap, waar sprake is van een overvloed aan media. Was het vroeger beter? Alles was geordend, er was niet veel keus en verscheidenheid in media, waardoor het ogenschijnlijk ook vanzelfsprekend diepgaander was. Nu is er een overstelpende keus, een explosieve groei, maar is dat ook minder diepgaand? Is er sprake van vervlakking? Het lijkt er niet op omdat onderzoek heeft uitgewezen dat de hoogte van het IQ wereldwijd de laatste jaren 3x zo hoog is geworden (voor wat dat waard is uiteraardJ ). Snelle beschikbaarheid en hoog gebruik van media kan kwaliteit betekenen.

Hoe ziet die informatie-ontwikkeling er uit: welke informatie heb je tot je beschikking en wat heeft dat voor gevolgen:
hij schetst vier tijdbeelden mbt informatievoorzieninge en beschikbaarheid:
1. De tijd na de uitvinding van de boekdrukkunst: informatie kwam beschikbaar voor beperkte groep: de pre-industriele maatschappij
2. de periode waarin basisonderwijs voor iedereen beschikbaar kwam: basisinformatie voor iedereen beschikbaar: industrialisatie
3. de periode waarin hogere opleidingen voor iedereen toegankelijk werden: de wetenschapsmaatschappij
4. de periode waarin iedereen bezig is met en op sociale media/ iedereen heeft er toegang toe en maakt er gebruik van: de netwerkmaatschappij waar we nu beland zijn.

De vraag is: waar gaan we nu naar toe. We staan nu op de grens van moeten kiezen hoe verder met de informatievoorziening.
De sociale netwerkstructuur is de toekomst, maar hoe houd je er controle over (en is dat nodig?) want: iedereen heeft overal toegang toe en iedereen kan overal gebruik van maken. Dat kan veel kennis en informatie delen tot gevolg hebben, het kan ook omslaan: de kennis van de menigte kan ook omslaan in de gekte van de menigte (als je iets verkeerds van plan bent, heb je ook toegang tot de grote massa, die je kunt bewerken).

Tomas ziet de oplossing in het globaal (wereldomvattend)  georganiseerd houden van de informatiestroom. Maar de informatiestromen zijn wel veelomvattend: er is veel beschikbaar.  Dus van belang is om de informatiestromen te kunnen kanaliseren: zelf je keuze smaken wat je waarvan wilt gebruiken. Bijv. Facebook heeft veel mogelijkheden: je kunt zelf dmv lijstjes bepalen wat je er van wilt gebruiken. Zo beperk je voor jezelf de overvloed van informatie en houd je het voor jezelf behapbaar.

Tomas noemt ook de toenemende rol en impact van sociale media zoals marktplaats, en zgn rankingsites.  Webplaatsen waar mensen elkaar of anderen of diensten kunnen beoordelen , zoals de waardering van een restaurant, maar het gaat verder: er zijn ook al voorbeelden van ranking your teacher, ranking your doctor. Of dat wenselijke ontwikkelingen zijn , wie zal het zeggen. Het kan nl ook de goede kant op gaan en dan hebben mensen er wel baat bij, zoals medische sites (PatientsLikeMe) waarop mensen elkaar informeren over bijv een bepaalde ziekte, daarover informatie uitwisselen, waaraan ook wetenschappers meedoen en mensen  op bloggen hun ervaringen en kennis delen en ook behandelmethode beoordelen.

Wie bepaalt waar het heen gaat en wat je er van gebruikt: dat ben je zelf!
Omdat alles voor iedereen beschikbaar is kun je zelf je keuzes maken.

De gelijkheid van allemaal toegang hebben tot alle informatie, die je kunt opvatten als een vrijheid in informatie, leidt dat ook tot gelijkheid van mensen?
Is vrijheid = gelijkheid (en is Facebook dan ‘ de’ standaard? )

Dat is maar net de vraag en dat hangt af van hoe je er mee omgaat.
Hoe zit het bijv. met beinvloeding: dank zij coordinatie van de informatiestroom, kun je agendasetting beinvloeden, collectieve kennis vergroten en mogelijk je doelen bereiken.  Starbucks is een voorbeeld van een organisatie die juist zijn klanten gebruikt om tot innovatie van zijn produkten te komen: je wordt uitgenodigd om via de website je nieuwe ideeen of ervaringen delen, je kunt mensen uitnodigen om er op te stemmen, er ontstaat een open discussie en daaruit kan een nieuw product idee voortvloeien.

Eigenlijk gaat het volgens Tomas om het vermogen om toegang te hebben tot sociale netwerken en de juiste vraag op de juiste plaats te stellen.
Dat is de ontwikkeling: niet meer HOE kom ik aan informatie, maar WAAR vind ik het en WAT doe ik er mee (en hoe delen we die schat aan informatie met elkaar)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten